AI kan niet tippen aan de I Ching, omdat de I Ching niet logisch werkt, maar symbolisch – zoals water dat de maan weerspiegelt.
Het systeem draait om yì (意, betekenis), niet om data. Het ‘voorspelt’ niet, maar onthult shì (势, het latente momentum van verandering). Een hexagram geeft geen opdracht om ‘dit te doen’, maar laat zien waar je staat in de dans van yīn-yáng.
AI, hoe intelligent ook, zoekt patronen in informatie. Het berekent. De I Ching neemt lǐ (理, de onzichtbare kern van dingen) waar en weeft verbindingen tussen wat logica uit elkaar zou houden. Niet lineair, maar cyclisch – zoals de draaiing van de Tàijí. Niet oorzaak en gevolg, maar gǎnyìng (感应, resonantie en respons).
Synchroniciteit is vreemd aan AI. Het vereist xīn (心, hart-geest) – een mens om te observeren, te voelen en wù (悟, inzicht te verwerven). De I Ching ademt alleen wanneer je je ermee bezighoudt. Het vraagt om guānzhào (观照, contemplatief waarnemen), niet om output.
AI kan jī (机, het cruciale moment) niet begrijpen. Het kent geen shíyùn (时运, het tij van de tijd), geen innerlijke huà (化, transformatie). Het kan de woorden van de I Ching ontleden, maar kan de wijsheid ervan niet tǐyàn (体验, belichamen).
Een hexagram roert de dào (道) in je – woordeloos, maar onmiskenbaar. AI blijft een toeschouwer van deze alchemie.
De I Ching houdt zich niet bezig met antwoorden, maar met xū (虚, vruchtbare leegte). AI vult leegtes met ruis. De I Ching leert wúwéi (无为, handelen door niet-handelen).
Als tegenwicht misschien het artikel eens lezen over het onzekerheidsprincipe